Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. tweetal:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tweetal in het Nederlands

tweetal:

tweetal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tweetal
    het paar; de koppel; twee stuks; het tweetal
    • paar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • koppel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • twee stuks [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tweetal [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het tweetal
    het tweetal; twee personen

Verwante woorden van "tweetal":

  • tweetallen