Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor uiteentrekken in het Nederlands
uiteentrekken:
-
uiteentrekken
uit elkaar trekken; uit elkaar rukken; uiteentrekken-
uit elkaar trekken werkwoord (trek uit elkaar, trekt uit elkaar, trok uit elkaar, trokken uit elkaar, uit elkaar getrokken)
-
uit elkaar rukken werkwoord (ruk uit elkaar, rukt uit elkaar, rukte uit elkaar, rukten uit elkaar, uit elkaar gerukt)
-
uiteentrekken werkwoord
-