Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor uitjouwen in het Nederlands
uitjouwen:
-
uitjouwen
-
uitjouwen
schelden; uitschelden; beledigen; uitjouwen; uitmaken voor-
uitjouwen werkwoord
-
uitmaken voor werkwoord (maak uit voor, maakt uit voor, maakte uit voor, maakten uit voor, uitgemaakt voor)