Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. uitkafferen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uitkafferen in het Nederlands

uitkafferen:

uitkafferen werkwoord (kaffer uit, kaffert uit, kafferde uit, kafferden uit, uitgekafferd)

  1. uitkafferen
    uitschelden; uitkafferen; uitvloeken; uitfoeteren
    • uitschelden werkwoord (scheld uit, scheldt uit, schold uit, scholden uit, uitgescholden)
    • uitkafferen werkwoord (kaffer uit, kaffert uit, kafferde uit, kafferden uit, uitgekafferd)
    • uitvloeken werkwoord
    • uitfoeteren werkwoord (foeter uit, foetert uit, foeterde uit, foeterden uit, uitgefoeterd)

Conjugations for uitkafferen:

o.t.t.
  1. kaffer uit
  2. kaffert uit
  3. kaffert uit
  4. kafferen uit
  5. kafferen uit
  6. kafferen uit
o.v.t.
  1. kafferde uit
  2. kafferde uit
  3. kafferde uit
  4. kafferden uit
  5. kafferden uit
  6. kafferden uit
v.t.t.
  1. heb uitgekafferd
  2. hebt uitgekafferd
  3. heeft uitgekafferd
  4. hebben uitgekafferd
  5. hebben uitgekafferd
  6. hebben uitgekafferd
v.v.t.
  1. had uitgekafferd
  2. had uitgekafferd
  3. had uitgekafferd
  4. hadden uitgekafferd
  5. hadden uitgekafferd
  6. hadden uitgekafferd
o.t.t.t.
  1. zal uitkafferen
  2. zult uitkafferen
  3. zal uitkafferen
  4. zullen uitkafferen
  5. zullen uitkafferen
  6. zullen uitkafferen
o.v.t.t.
  1. zou uitkafferen
  2. zou uitkafferen
  3. zou uitkafferen
  4. zouden uitkafferen
  5. zouden uitkafferen
  6. zouden uitkafferen
en verder
  1. ben uitgekafferd
  2. bent uitgekafferd
  3. is uitgekafferd
  4. zijn uitgekafferd
  5. zijn uitgekafferd
  6. zijn uitgekafferd
diversen
  1. kaffer uit!
  2. kaffert uit!
  3. uitgekafferd
  4. uitkafferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze