Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vaartuigen:
  2. vaartuig:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vaartuigen in het Nederlands

vaartuigen:

vaartuigen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vaartuigen
    de schepen; de boten; de schuiten; de schuitjes; de vaartuigen
    • schepen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • boten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schuiten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schuitjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • vaartuigen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "vaartuigen":


vaartuigen vorm van vaartuig:

vaartuig [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vaartuig
    de boot; het schip
    – voertuig waarmee je vaart 1
    • boot [de ~] zelfstandig naamwoord
      • we zijn met een boot over de rivier gevaren1
    • schip [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het schip legde aan in de haven1
    de vaartuig; de schuit; het scheepje; het stoomschip; het schuitje

Verwante woorden van "vaartuig":