Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vaccin:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vaccin in het Nederlands

vaccin:

vaccin [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vaccin
    het vaccin; de vaccine; de entstof
    • vaccin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaccine [de ~] zelfstandig naamwoord
    • entstof [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. het vaccin
    het vaccin
    • vaccin [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "vaccin":

  • vaccins