Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor vastberadenheid in het Nederlands
vastberadenheid:
-
de vastberadenheid
-
de vastberadenheid
-
de vastberadenheid
-
de vastberadenheid
Verwante woorden van "vastberadenheid":
vastberadenheid vorm van vastberaden:
-
vastberaden
beslist; vastberaden; gedecideerd; besluitvaardig; kordaat; resoluut-
beslist bijvoeglijk naamwoord
-
vastberaden bijvoeglijk naamwoord
-
gedecideerd bijvoeglijk naamwoord
-
besluitvaardig bijvoeglijk naamwoord
-
kordaat bijvoeglijk naamwoord
-
resoluut bijvoeglijk naamwoord
-
-
vastberaden
– vast van plan om zijn doel te bereiken 1