Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor verdrijven in het Nederlands
verdrijven:
-
verdrijven
-
verdrijven
Conjugations for verdrijven:
o.t.t.
- verdrijf
- verdrijft
- verdrijft
- verdrijven
- verdrijven
- verdrijven
o.v.t.
- verdreef
- verdreef
- verdreef
- verdreven
- verdreven
- verdreven
v.t.t.
- heb verdreven
- hebt verdreven
- heeft verdreven
- hebben verdreven
- hebben verdreven
- hebben verdreven
v.v.t.
- had verdreven
- had verdreven
- had verdreven
- hadden verdreven
- hadden verdreven
- hadden verdreven
o.t.t.t.
- zal verdrijven
- zult verdrijven
- zal verdrijven
- zullen verdrijven
- zullen verdrijven
- zullen verdrijven
o.v.t.t.
- zou verdrijven
- zou verdrijven
- zou verdrijven
- zouden verdrijven
- zouden verdrijven
- zouden verdrijven
diversen
- verdrijf!
- verdrijft!
- verdreven
- verdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze