Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vermagerd:
  2. vermageren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vermagerd in het Nederlands

vermagerd:

vermagerd bijvoeglijk naamwoord

  1. vermagerd
    vermagerd

vermageren:

vermageren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vermageren
    vermageren; het afvallen; uitmergelen; afslanken; de vermagering

vermageren werkwoord (vermager, vermagert, vermagerde, vermagerden, vermagerd)

  1. vermageren
    afvallen; vermageren
    • afvallen werkwoord (val af, valt af, viel af, vielen af, afgevallen)
    • vermageren werkwoord (vermager, vermagert, vermagerde, vermagerden, vermagerd)

Conjugations for vermageren:

o.t.t.
  1. vermager
  2. vermagert
  3. vermagert
  4. vermageren
  5. vermageren
  6. vermageren
o.v.t.
  1. vermagerde
  2. vermagerde
  3. vermagerde
  4. vermagerden
  5. vermagerden
  6. vermagerden
v.t.t.
  1. ben vermagerd
  2. bent vermagerd
  3. is vermagerd
  4. zijn vermagerd
  5. zijn vermagerd
  6. zijn vermagerd
v.v.t.
  1. was vermagerd
  2. was vermagerd
  3. was vermagerd
  4. waren vermagerd
  5. waren vermagerd
  6. waren vermagerd
o.t.t.t.
  1. zal vermageren
  2. zult vermageren
  3. zal vermageren
  4. zullen vermageren
  5. zullen vermageren
  6. zullen vermageren
o.v.t.t.
  1. zou vermageren
  2. zou vermageren
  3. zou vermageren
  4. zouden vermageren
  5. zouden vermageren
  6. zouden vermageren
diversen
  1. vermager!
  2. vermagert!
  3. vermagerd
  4. vermagerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor vermagerd