Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vernuft in het Nederlands

vernuft:

vernuft [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vernuft
    het verstand; de denkvermogen; de geest; het vernuft; de hersens; het brein
    • verstand [het ~] zelfstandig naamwoord
    • denkvermogen [de ~] zelfstandig naamwoord
    • geest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vernuft [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hersens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • brein [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het vernuft
    de genialiteit; het vernuft; vindingrijk vernuft
  3. het vernuft
    de intelligentie; het verstand; het intellect; het vernuft; de brille; de genie
    • intelligentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verstand [het ~] zelfstandig naamwoord
    • intellect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vernuft [het ~] zelfstandig naamwoord
    • brille [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • genie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. het vernuft
    de vindingrijkheid; de inventiviteit; het vernuft
  5. het vernuft
    de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft

Verwante woorden van "vernuft":

  • vernuften

Verwante synoniemen voor vernuft