Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor verordenen in het Nederlands
verordenen:
-
verordenen
opdragen; decreteren; bevelen; verordenen; verordonneren; gelasten; gebieden; commanderen-
verordonneren werkwoord (verordonneer, verordonneert, verordonneerde, verordonneerden, verordonneerd)
-
verordenen
-
verordenen
Conjugations for verordenen:
o.t.t.
- verorden
- verordent
- verordent
- verordenen
- verordenen
- verordenen
o.v.t.
- verordende
- verordende
- verordende
- verordenden
- verordenden
- verordenden
v.t.t.
- heb verordend
- hebt verordend
- heeft verordend
- hebben verordend
- hebben verordend
- hebben verordend
v.v.t.
- had verordend
- had verordend
- had verordend
- hadden verordend
- hadden verordend
- hadden verordend
o.t.t.t.
- zal verordenen
- zult verordenen
- zal verordenen
- zullen verordenen
- zullen verordenen
- zullen verordenen
o.v.t.t.
- zou verordenen
- zou verordenen
- zou verordenen
- zouden verordenen
- zouden verordenen
- zouden verordenen
diversen
- verorden!
- verordent!
- verordend
- verordenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verordenen