Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. visum:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor visum in het Nederlands

visum:

visum [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het visum
    het visum
    • visum [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "visum":

  • visums