Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. volken:
  2. volk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor volken in het Nederlands

volken:

volken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de volken
    de naties; de volken
    • naties [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • volken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "volken":


volk:

volk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het volk
    het volk; de natie
    • volk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. het volk
    – groot aantal mensen bij elkaar 1
    het volk; de massa
    – groot aantal mensen bij elkaar 1
    • volk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • er was veel volk op straat1
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de massa juichte de voetballers toe1
  3. het volk
    – grote groep mensen die samen in een land wonen 1
    het volk
    – grote groep mensen die samen in een land wonen 1
    • volk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het Nederlandse volk was erg blij met de bevrijding1

Verwante woorden van "volk":


Alternatieve synoniemen voor "volk":


Antoniemen van "volk":


Verwante definities voor "volk":

  1. groot aantal mensen bij elkaar1
    • er was veel volk op straat1
  2. grote groep mensen die samen in een land wonen1
    • het Nederlandse volk was erg blij met de bevrijding1