Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor voorgoed in het Nederlands
voorgoed:
-
voorgoed
voorgoed; definitief; onverandelijk; permanent-
voorgoed bijwoord
-
definitief bijvoeglijk naamwoord
-
onverandelijk bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
-
voorgoed
– voor altijd 1