Synoniemen voor "voorschuiven" in het Nederlands
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor voorschuiven in het Nederlands
voorschuiven:
-
voorschuiven
-
voorschuiven
voortrekken;
bevoordelen;
begunstigen;
voorschuiven
-
voortrekken
werkwoord
(trek voor, trekt voor, trok voor, trokken voor, voorgetrokken)
-
bevoordelen
werkwoord
(bevoordeel, bevoordeelt, bevoordeelde, bevoordeelden, bevoordeeld)
-
begunstigen
werkwoord
(begunstig, begunstigt, begunstigde, begunstigden, begunstigd)
-
-
voorschuiven
opschuiven;
voorschuiven;
duwen;
vooruitschuiven
-
opschuiven
werkwoord
(schuif op, schuift op, schoof op, schoven op, opgeschoven)
-
-
duwen
werkwoord
(duw, duwt, duwde, duwden, geduwd)
-
vooruitschuiven
werkwoord
(schuif vooruit, schuift vooruit, schoof vooruit, schoven vooruit, vooruitgeschoven)
-
voorschuiven