Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. voortijds:
  2. voortijd:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor voortijds in het Nederlands

voortijds:

voortijds bijvoeglijk naamwoord

  1. voortijds
    voortijds

Verwante woorden van "voortijds":


voortijd:

voortijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de voortijd
    de voortijd; vroegere tijd

Verwante woorden van "voortijd":