Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor windbuilen in het Nederlands

windbuilen:

windbuilen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de windbuilen
    de praatjesmakers; de windbuilen; de bluffers; de opscheppers; de pochers; de snoevers; de opsnijders
  2. de windbuilen
    de praatjesmakers; de pocher; de dikdoener; de windbuil; de windbuilen; de opschepper; de bluffer; de opscheppers; de snoever; de snoevers

Verwante woorden van "windbuilen":


windbuilen vorm van windbuil:

windbuil [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de windbuil
    de opschepper; de blaaskaak; de windbuil; de snoever; de bluffer
  2. de windbuil
    de praatjesmakers; de pocher; de dikdoener; de windbuil; de windbuilen; de opschepper; de bluffer; de opscheppers; de snoever; de snoevers

Verwante woorden van "windbuil":