Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zangkoren:
  2. zangkoor:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zangkoren in het Nederlands

zangkoren:

zangkoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zangkoren
    de koren; de zangkoren
    • koren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zangkoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "zangkoren":


zangkoren vorm van zangkoor:

zangkoor [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zangkoor
    het zangkoor; de koor
    • zangkoor [het ~] zelfstandig naamwoord
    • koor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. het zangkoor
    het zangkoor; zanggezelschap; de zangvereniging

Verwante woorden van "zangkoor":