Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zieners:
  2. ziener:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zieners in het Nederlands

zieners:

zieners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zieners
    de zieners
    • zieners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "zieners":


ziener:

ziener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ziener
    de ziener; de voorspeller; de profeet
    • ziener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorspeller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • profeet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "ziener":