Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zinspreuken:
  2. zinspreuk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zinspreuken in het Nederlands

zinspreuken:

zinspreuken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zinspreuken
    de zinspreuken

Verwante woorden van "zinspreuken":


zinspreuken vorm van zinspreuk:

zinspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zinspreuk
    de devies; het motto; de zinspreuk; de kenspreuk
    • devies [de ~] zelfstandig naamwoord
    • motto [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zinspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kenspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de zinspreuk
    het aforisme; de zinspreuk

Verwante woorden van "zinspreuk":