Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zitplaats:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zitplaats in het Nederlands

zitplaats:

zitplaats [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zitplaats
    de zitplaats; de bank; de zitbank
    • zitplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bank [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zitbank [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de zitplaats
    de zetel; de zitplaats
    • zetel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zitplaats [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "zitplaats":


Verwante synoniemen voor zitplaats