Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zootje in het Nederlands

zootje:

zootje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zootje
    de wanorde; de chaos; de puinhoop; de heksenketel; de wanordelijkheid; het zootje; regelloosheid; de keet
  2. het zootje
    de rotzooi; de puinhoop; de zooi; het zootje; de rommel; de troep; de bende; de puinzooi
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. het zootje
    de knoeiboel; de rommel; de warboel; het zootje; de warhoop; de troep; de warwinkel
    • knoeiboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • warhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warwinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "zootje":

  • zootjes