Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor zuinig in het Nederlands
zuinig:
-
zuinig
zuinig; spaarzaam; zuinigjes; economisch-
zuinig bijvoeglijk naamwoord
-
spaarzaam bijvoeglijk naamwoord
-
zuinigjes bijwoord
-
economisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
zuinig
– met zo weinig mogelijk geld zoveel mogelijk proberen te krijgen 1