Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zuur:
  2. zuren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zuur in het Nederlands

zuur:

zuur [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zuur
    het zuur; tafelzuur
    • zuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tafelzuur [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. het zuur
    het zuur
    • zuur [het ~] zelfstandig naamwoord

zuur bijvoeglijk naamwoord

  1. zuur
    zuur; bitter; galachtig
  2. zuur
    zuur smakend; zuur; wrang

zuur [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zuur
    – het geeft je een vervelend gevoel 1
    het zuur; bitter
    – het geeft je een vervelend gevoel 1
    • zuur [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het is zuur voor hem dat het feest niet doorgaat1
    • bitter bijvoeglijk naamwoord
      • het verlies van zijn vader was bitter voor hem1
  2. het zuur
    – bepaalde scheikundige stof 1
    het zuur
    – bepaalde scheikundige stof 1
    • zuur [het ~] zelfstandig naamwoord
      • met deze zuren moet je voorzichtig zijn1
  3. het zuur
    – iets dat een scherpe smaak heeft 1
    het zuur
    – iets dat een scherpe smaak heeft 1
    • zuur [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een pot zuur gekocht1
  4. het zuur
    – met een scherpe smaak 1
    het zuur
    – met een scherpe smaak 1
    • zuur [het ~] zelfstandig naamwoord
      • azijn smaakt zuur1

Verwante woorden van "zuur":


Alternatieve synoniemen voor "zuur":


Antoniemen van "zuur":


Verwante definities voor "zuur":

  1. het geeft je een vervelend gevoel1
    • het is zuur voor hem dat het feest niet doorgaat1
  2. bepaalde scheikundige stof1
    • met deze zuren moet je voorzichtig zijn1
  3. iets dat een scherpe smaak heeft1
    • ik heb een pot zuur gekocht1
  4. met een scherpe smaak1
    • azijn smaakt zuur1

zuur vorm van zuren:

zuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zuren
    de zuren
    • zuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante synoniemen voor zuur