Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- vaardigheid:
- vaardig:
-
Wiktionary:
- vaardigheid → förmåga, skicklighet, färdighet, adress
- vaardig → skicklig
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vaardigheid (Nederlands) in het Zweeds
vaardigheid:
-
de vaardigheid (bekwaamheid)
-
de vaardigheid
Vertaal Matrix voor vaardigheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
färdighet | bekwaamheid; vaardigheid | capaciteit; faciliteit; kracht; kunde; kundigheid; vermogen |
förmåga | bekwaamheid; vaardigheid | bekwaamheid; capabelheid; capaciteit; competentie; geldelijk vermogen; kracht; kunde; kundigheid; kwaliteit; ter zake kundigheid; vermogen |
kompetens | vaardigheid | bevoegdheid; capabelheid; competentie; deskundigheid; kennis van zaken; mate van kunstbeheersing; techniek; vakkundigheid |
skicklighet | bekwaamheid; vaardigheid | begaafdheden; bekwaamheid; capaciteit; geldelijk vermogen; handigheid; kneep; kunde; kundigheid; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; vermogen |
Verwante woorden van "vaardigheid":
Synoniemen voor "vaardigheid":
Verwante definities voor "vaardigheid":
Wiktionary: vaardigheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vaardigheid | → förmåga | ↔ ability — quality or state of being able |
• vaardigheid | → skicklighet; färdighet | ↔ skill — capacity to do something well |
• vaardigheid | → adress | ↔ adresse — indication, désignation, soit du destinataire, soit de la destination où il falloir aller ou envoyer. |
vaardigheid vorm van vaardig:
-
vaardig (behendig; handig; bekwaam; kundig)
skickligt; händigt; kunnigt; duktig; kunnig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt-
skickligt bijvoeglijk naamwoord
-
händigt bijvoeglijk naamwoord
-
kunnigt bijvoeglijk naamwoord
-
duktig bijvoeglijk naamwoord
-
kunnig bijvoeglijk naamwoord
-
duktigt bijvoeglijk naamwoord
-
fingerfärdig bijvoeglijk naamwoord
-
fingerfärdigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vaardig (ingenieus; knap; vindingrijk; briljant; kundig; kunstig)