Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- kunnig:
-
Wiktionary:
- kunnig → geïnformeerd, goed ingelicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor kunnig (Zweeds) in het Nederlands
kunnig:
-
kunnig (effektiv; effektivt; kunnigt; duktigt; sakkunnig)
vakbekwaam; vakkundig; competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig-
vakbekwaam bijvoeglijk naamwoord
-
vakkundig bijvoeglijk naamwoord
-
competent bijvoeglijk naamwoord
-
deskundig bijvoeglijk naamwoord
-
oordeelkundig bijvoeglijk naamwoord
-
ter zake kundig bijvoeglijk naamwoord
-
-
kunnig (fingerfärdig; skickligt; händigt; kunnigt; duktig; duktigt; fingerfärdigt)
-
kunnig (kunnigt; kapabelt)
-
kunnig (erfarenhet; kunnigt)
-
kunnig (duktig; skickligt; duktigt; kunnigt)
Vertaal Matrix voor kunnig:
Synoniemen voor "kunnig":
Wiktionary: kunnig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kunnig | → geïnformeerd | ↔ knowledgeable — having knowledge, especially of a particular subject |
• kunnig | → goed ingelicht | ↔ knowledgeable — well informed |