Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanbrenger:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanbrenger (Nederlands) in het Zweeds

aanbrenger:

aanbrenger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanbrenger (politie-informant; verklikker)
    angivare
  2. de aanbrenger (stoepier; klantenlokker; aanlokker; runner)
    inkastare; kundfångare

Vertaal Matrix voor aanbrenger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angivare aanbrenger; politie-informant; verklikker informant; klikspaan; tipgever; verklapper; verklikker; verklikkerlichtje; verlinker; verrader
inkastare aanbrenger; aanlokker; klantenlokker; runner; stoepier
kundfångare aanbrenger; aanlokker; klantenlokker; runner; stoepier aanbrengers; klantenlokkers; runners; stoepiers

Wiktionary: aanbrenger


Cross Translation:
FromToVia
aanbrenger svikare; förrädare; angivare betrayer — someone who betrays