Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aandoenlijkheid:
  2. aandoenlijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aandoenlijkheid (Nederlands) in het Zweeds

aandoenlijkheid:

aandoenlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aandoenlijkheid (gevoeligheid)
    mottaglighet; känslighet; ömtålighet

Vertaal Matrix voor aandoenlijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
känslighet aandoenlijkheid; gevoeligheid fijngevoeligheid; fijnheid; gevoeligheid; gevoeligheid mbt het betamelijke; gevoeligheidsniveau; kiesheid; kwetsbaarheid; lichtgeraaktheid; overgevoeligheid; prikkelbaarheid; sensitiviteit; teergevoeligheid; vertrouwelijkheid; zintuiglijke gevoeligheid
mottaglighet aandoenlijkheid; gevoeligheid ontvankelijkheid; openheid
ömtålighet aandoenlijkheid; gevoeligheid fijnheid; gevoeligheid; kwetsbaarheid; teerheid; zwakheid

Verwante woorden van "aandoenlijkheid":


aandoenlijkheid vorm van aandoenlijk:

aandoenlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. aandoenlijk
    känna efter

Vertaal Matrix voor aandoenlijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
känna efter aandoenlijk

Verwante woorden van "aandoenlijk":