Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanhangwagentjes:
  2. aanhangwagentje:
  3. aanhangwagen:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanhangwagentjes (Nederlands) in het Zweeds

aanhangwagentjes:

aanhangwagentjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanhangwagentjes
    släpvagnar; bilsläpvagnar; små släpvagnar

Vertaal Matrix voor aanhangwagentjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bilsläpvagnar aanhangwagentjes
släpvagnar aanhangwagentjes aanhangers; aanhangwagens; bijwagens; opleggers; trailers
små släpvagnar aanhangwagentjes

Verwante woorden van "aanhangwagentjes":


aanhangwagentje:

aanhangwagentje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het aanhangwagentje
    bilsläpvagn; släpvagn för bil

Vertaal Matrix voor aanhangwagentje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bilsläpvagn aanhangwagentje
släpvagn för bil aanhangwagentje

Verwante woorden van "aanhangwagentje":


aanhangwagentjes vorm van aanhangwagen:

aanhangwagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanhangwagen (aanhanger)
    släpvagn; släp
    • släpvagn [-en] zelfstandig naamwoord
    • släp [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanhangwagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
släp aanhanger; aanhangwagen bijwagen
släpvagn aanhanger; aanhangwagen bijwagen; oplegger

Verwante woorden van "aanhangwagen":


Wiktionary: aanhangwagen


Cross Translation:
FromToVia
aanhangwagen släpvagn trailer — vehicle towed behind another, used for carrying equipment