Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanslijpen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanslijpen (Nederlands) in het Zweeds

aanslijpen:

aanslijpen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanslijpen
    skärpande; vässande

aanslijpen werkwoord (slijp aan, slijpt aan, sleep aan, slepen aan, aangeslepen)

  1. aanslijpen (slijpen)
    slipa; vässa
    • slipa werkwoord (slipar, slipade, slipat)
    • vässa werkwoord (vässar, vässade, vässat)

Conjugations for aanslijpen:

o.t.t.
  1. slijp aan
  2. slijpt aan
  3. slijpt aan
  4. slijpen aan
  5. slijpen aan
  6. slijpen aan
o.v.t.
  1. sleep aan
  2. sleep aan
  3. sleep aan
  4. slepen aan
  5. slepen aan
  6. slepen aan
v.t.t.
  1. heb aangeslepen
  2. hebt aangeslepen
  3. heeft aangeslepen
  4. hebben aangeslepen
  5. hebben aangeslepen
  6. hebben aangeslepen
v.v.t.
  1. had aangeslepen
  2. had aangeslepen
  3. had aangeslepen
  4. hadden aangeslepen
  5. hadden aangeslepen
  6. hadden aangeslepen
o.t.t.t.
  1. zal aanslijpen
  2. zult aanslijpen
  3. zal aanslijpen
  4. zullen aanslijpen
  5. zullen aanslijpen
  6. zullen aanslijpen
o.v.t.t.
  1. zou aanslijpen
  2. zou aanslijpen
  3. zou aanslijpen
  4. zouden aanslijpen
  5. zouden aanslijpen
  6. zouden aanslijpen
diversen
  1. slijp aan!
  2. slijpt aan!
  3. aangeslepen
  4. aanslijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanslijpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skärpande aanslijpen verscherping
vässande aanslijpen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slipa aanslijpen; slijpen aanscherpen; aanspitsen; aanzetten; een slepende gang hebben; scherp maken; scherpen; slijpen; wetten
vässa aanslijpen; slijpen aanscherpen; aanspitsen; scherp maken; slijpen