Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal aanvallers

Vertaal aanvallers van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

aanvallers:
- attackerare
aanvaller:
- angripare; överfallare; framåt
Wiktionary:
- aanvaller → angripare, forward, anfallare

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanvallers (Nederlands) in het Zweeds

aanvallers:

aanvallers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de aanvallers
attackerare
- attackerare zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanvallers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
attackerare	aanvallers

Verwante woorden van "aanvallers":

aanvaller

aanvaller:

aanvaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de aanvaller (aanrander)
angripare
- angripare [-en] zelfstandig naamwoord
de aanvaller (overvaller)
angripare; överfallare
- angripare [-en] zelfstandig naamwoord
- överfallare zelfstandig naamwoord
de aanvaller (voorhoedespeler; spitsspeler; voorspeler)
framåt
- framåt zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanvaller:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angripare	aanrander; aanvaller; overvaller
framåt	aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler
överfallare	aanvaller; overvaller
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
framåt		voort; vooruit; voorwaarts

Verwante woorden van "aanvaller":

aanvallers

Wiktionary: aanvaller

Cross Translation:

From	To	Via
• aanvaller	→ angripare	↔ attacker — someone who attacks
• aanvaller	→ forward; anfallare	↔ Stürmer — Sport: ein Offensivspieler, dessen Hauptaufgabe darin besteht, Tore zu schießen.