Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afdaken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afdaken (Nederlands) in het Zweeds

afdaken:

afdaken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de afdaken
    solsegel; markis
  2. de afdaken
    skydd; härbärge; tillflykt

Vertaal Matrix voor afdaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
härbärge afdaken
markis afdaken
skydd afdaken abri; achterhoede; afdekken; afschermen; asiel; beschermen; bescherming; beschermingen; beschutting; beveiliging; borgen; dekmantel; garde; geborgenheid; opvangcentrum; overdekkingen; overkappingen; protectie; protecties; schuilplaats; toevluchtshaven; veiligheid; vrijplaats; vrijwaring; wachthuisje; wijkplaats
solsegel afdaken luifels
tillflykt afdaken asiel; haven; hospitium; opvangcentrum; rustpunt; schuilhol; schuilplaats; toevluchthaven; toevluchtshaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; vrijplaats; wijkplaats