Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afgeleefd (Nederlands) in het Zweeds
afgeleefd:
-
afgeleefd (versleten; vervallen; oud; afgedragen; afgetrapt)
Vertaal Matrix voor afgeleefd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
utsliten | slijten; verslijten | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sliten | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | uitgeleefd; uitgesleten |
slitet | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | uitgeleefd; uitgesleten |
utsliten | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | aan lager wal; afgesloofd; bekaf; doorgesleten; verlopen |
utslitet | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | aan lager wal; bekaf; doorgesleten; verlopen |