Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afgeleefd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgeleefd (Nederlands) in het Zweeds

afgeleefd:

afgeleefd bijvoeglijk naamwoord

  1. afgeleefd (versleten; vervallen; oud; afgedragen; afgetrapt)
    slitet; sliten; utsliten; utslitet

Vertaal Matrix voor afgeleefd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utsliten slijten; verslijten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sliten afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen uitgeleefd; uitgesleten
slitet afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen uitgeleefd; uitgesleten
utsliten afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen aan lager wal; afgesloofd; bekaf; doorgesleten; verlopen
utslitet afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen aan lager wal; bekaf; doorgesleten; verlopen