Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afzenden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afzenden (Nederlands) in het Zweeds

afzenden:

afzenden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afzenden (versturen; verzenden; posten; wegsturen)
    postförsendelse

Vertaal Matrix voor afzenden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
postförsendelse afzenden; posten; versturen; verzenden; wegsturen