Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ambtsperiode:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ambtsperiode (Nederlands) in het Zweeds

ambtsperiode:

ambtsperiode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ambtsperiode (diensttijd)
    mandatperiod

Vertaal Matrix voor ambtsperiode:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mandatperiod ambtsperiode; diensttijd

Verwante woorden van "ambtsperiode":

  • ambtsperioden, ambtsperiodes