Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. automatiseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor automatiseren (Nederlands) in het Zweeds

automatiseren:

automatiseren werkwoord (automatiseer, automatiseert, automatiseerde, automatiseerden, geautomatiseerd)

  1. automatiseren (computeriseren)
    datorisera
    • datorisera werkwoord (datoriserar, datoriserade, datoriserat)

Conjugations for automatiseren:

o.t.t.
  1. automatiseer
  2. automatiseert
  3. automatiseert
  4. automatiseren
  5. automatiseren
  6. automatiseren
o.v.t.
  1. automatiseerde
  2. automatiseerde
  3. automatiseerde
  4. automatiseerden
  5. automatiseerden
  6. automatiseerden
v.t.t.
  1. heb geautomatiseerd
  2. hebt geautomatiseerd
  3. heeft geautomatiseerd
  4. hebben geautomatiseerd
  5. hebben geautomatiseerd
  6. hebben geautomatiseerd
v.v.t.
  1. had geautomatiseerd
  2. had geautomatiseerd
  3. had geautomatiseerd
  4. hadden geautomatiseerd
  5. hadden geautomatiseerd
  6. hadden geautomatiseerd
o.t.t.t.
  1. zal automatiseren
  2. zult automatiseren
  3. zal automatiseren
  4. zullen automatiseren
  5. zullen automatiseren
  6. zullen automatiseren
o.v.t.t.
  1. zou automatiseren
  2. zou automatiseren
  3. zou automatiseren
  4. zouden automatiseren
  5. zouden automatiseren
  6. zouden automatiseren
diversen
  1. automatiseer!
  2. automatiseert!
  3. geautomatiseerd
  4. automatiserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor automatiseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
datorisera automatiseren; computeriseren

Computer vertaling door derden: