Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. baanvakken:
  2. baanvak:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baanvakken (Nederlands) in het Zweeds

baanvakken:

baanvakken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de baanvakken
    avsnitt; sektioner; paragrafer

Vertaal Matrix voor baanvakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avsnitt baanvakken alinea; coupure; episode; lid; paragraaf; presentatiesectie; sectie
paragrafer baanvakken
sektioner baanvakken secties

Verwante woorden van "baanvakken":


baanvak:

baanvak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het baanvak (traject; route; weg; )
    väg; sträcka; bana; färd
    • väg [-en] zelfstandig naamwoord
    • sträcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • bana [-en] zelfstandig naamwoord
    • färd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor baanvak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bana afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg beloop; carrière; loopbaan
färd afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
sträcka afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg wegvak
väg afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg baan; straat; straatweg; weg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sträcka bespannen; disloqueren; komen tot; ontwrichten; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; uit het lid brengen; uitrekken

Verwante woorden van "baanvak":


Wiktionary: baanvak


Cross Translation:
FromToVia
baanvak stump tronçon — section d'un objet allongé