Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. baarden:
  2. baren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baarden (Nederlands) in het Zweeds

baarden:

baarden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de baarden
    skägg
    • skägg [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor baarden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skägg baarden baard

baren:

baren werkwoord (baar, baart, baarde, baarden, gebaard)

  1. baren (bevallen; voortbrengen; ter wereld brengen)
    föda barn
    • föda barn werkwoord (föder barn, födde barn, fött barn)

Conjugations for baren:

o.t.t.
  1. baar
  2. baart
  3. baart
  4. baren
  5. baren
  6. baren
o.v.t.
  1. baarde
  2. baarde
  3. baarde
  4. baarden
  5. baarden
  6. baarden
v.t.t.
  1. heb gebaard
  2. hebt gebaard
  3. heeft gebaard
  4. hebben gebaard
  5. hebben gebaard
  6. hebben gebaard
v.v.t.
  1. had gebaard
  2. had gebaard
  3. had gebaard
  4. hadden gebaard
  5. hadden gebaard
  6. hadden gebaard
o.t.t.t.
  1. zal baren
  2. zult baren
  3. zal baren
  4. zullen baren
  5. zullen baren
  6. zullen baren
o.v.t.t.
  1. zou baren
  2. zou baren
  3. zou baren
  4. zouden baren
  5. zouden baren
  6. zouden baren
diversen
  1. baar!
  2. baart!
  3. gebaard
  4. barende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor baren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föda barn baren; bevallen; ter wereld brengen; voortbrengen

Verwante woorden van "baren":


Wiktionary: baren


Cross Translation:
FromToVia
baren föda bear — give birth to
baren föda birth — to give birth (to)
baren föda give birth — produce new life
baren föda gebären — ein Kind zur Welt bringen
baren föda donner naissancemettre au monde ; accoucher d’un enfant.
baren sätta till världen mettre au mondeengendrer, concernant des femelles.