Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. baldadigheid:
  2. baldadig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baldadigheid (Nederlands) in het Zweeds

baldadigheid:

baldadigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de baldadigheid (kattenkwaad; ondeugendheid; kwajongensstreek; schelmenstreek; schelmerij)
    ofog; busstreck; rackartyg

Vertaal Matrix voor baldadigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
busstreck baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
ofog baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
rackartyg baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij

Verwante woorden van "baldadigheid":


baldadigheid vorm van baldadig:

baldadig bijvoeglijk naamwoord

  1. baldadig (roekeloos)
    hänsynslös; hänsynslöst

Vertaal Matrix voor baldadig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänsynslös onbeheerstheid; onbesuisdheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänsynslös baldadig; roekeloos meedogenloos; nietsontziend; onattent; wreed
hänsynslöst baldadig; roekeloos meedogenloos; nietsontziend; onattent; wreed

Verwante woorden van "baldadig":