Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. barricaderen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor barricaderen (Nederlands) in het Zweeds

barricaderen:

barricaderen werkwoord (barricadeer, barricadeert, barricadeerde, barricadeerden, gebarricadeerd)

  1. barricaderen (versperren)
    spärra; blokkera; barrikadera
    • spärra werkwoord (spärrar, spärrade, spärrat)
    • blokkera werkwoord (blokkerar, blokkerade, blokkerat)
    • barrikadera werkwoord (barrikaderar, barrikaderade, barrikaderat)

Conjugations for barricaderen:

o.t.t.
  1. barricadeer
  2. barricadeert
  3. barricadeert
  4. barricaderen
  5. barricaderen
  6. barricaderen
o.v.t.
  1. barricadeerde
  2. barricadeerde
  3. barricadeerde
  4. barricadeerden
  5. barricadeerden
  6. barricadeerden
v.t.t.
  1. heb gebarricadeerd
  2. hebt gebarricadeerd
  3. heeft gebarricadeerd
  4. hebben gebarricadeerd
  5. hebben gebarricadeerd
  6. hebben gebarricadeerd
v.v.t.
  1. had gebarricadeerd
  2. had gebarricadeerd
  3. had gebarricadeerd
  4. hadden gebarricadeerd
  5. hadden gebarricadeerd
  6. hadden gebarricadeerd
o.t.t.t.
  1. zal barricaderen
  2. zult barricaderen
  3. zal barricaderen
  4. zullen barricaderen
  5. zullen barricaderen
  6. zullen barricaderen
o.v.t.t.
  1. zou barricaderen
  2. zou barricaderen
  3. zou barricaderen
  4. zouden barricaderen
  5. zouden barricaderen
  6. zouden barricaderen
diversen
  1. barricadeer!
  2. barricadeert!
  3. gebarricadeerd
  4. barricaderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor barricaderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barrikadera barricaderen; versperren
blokkera barricaderen; versperren
spärra barricaderen; versperren afgrendelen; afschermen; spatieren; spatiëren; traliën; van spaties voorzien