Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. begeerd:
  2. begeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begeerd (Nederlands) in het Zweeds

begeerd:

begeerd bijvoeglijk naamwoord

  1. begeerd (gezocht; gewild; veelgevraagd)
    populär; önskvärt; efterfrågad; efterfrågat; populärt; gärna sett

Vertaal Matrix voor begeerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
efterfrågad begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd gevraagd
efterfrågat begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd begerenswaardig; gevraagd
gärna sett begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd
populär begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd begerenswaardig; gevierd; geziene; populair; welkome
populärt begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd befaamd; begerenswaardig; beroemd; gevierd; geziene; populair; welkome
önskvärt begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd

Wiktionary: begeerd


Cross Translation:
FromToVia
begeerd åtrådd; eftertraktad coveted — highly sought-after

begeerd vorm van begeren:

begeren werkwoord (begeer, begeert, begeerde, begeerden, begeerd)

  1. begeren (verlangen)
    önska; känna begär efter
    • önska werkwoord (önskar, önskade, önskat)
    • känna begär efter werkwoord (känner begär efter, kännde begär efter, kännt begär efter)

Conjugations for begeren:

o.t.t.
  1. begeer
  2. begeert
  3. begeert
  4. begeren
  5. begeren
  6. begeren
o.v.t.
  1. begeerde
  2. begeerde
  3. begeerde
  4. begeerden
  5. begeerden
  6. begeerden
v.t.t.
  1. heb begeerd
  2. hebt begeerd
  3. heeft begeerd
  4. hebben begeerd
  5. hebben begeerd
  6. hebben begeerd
v.v.t.
  1. had begeerd
  2. had begeerd
  3. had begeerd
  4. hadden begeerd
  5. hadden begeerd
  6. hadden begeerd
o.t.t.t.
  1. zal begeren
  2. zult begeren
  3. zal begeren
  4. zullen begeren
  5. zullen begeren
  6. zullen begeren
o.v.t.t.
  1. zou begeren
  2. zou begeren
  3. zou begeren
  4. zouden begeren
  5. zouden begeren
  6. zouden begeren
diversen
  1. begeer!
  2. begeert!
  3. begeerd
  4. begerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

begeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. begeren (verlangen; wensen; smachten; zucht; lust)
    längtan

Vertaal Matrix voor begeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
längtan begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkeren; hunkering; smachten; verlangen
önska begeerte; heftig verlangen; lust
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
känna begär efter begeren; verlangen
önska begeren; verlangen hunkeren; sterk verlangen; toewensen; wensen; willen

Wiktionary: begeren


Cross Translation:
FromToVia
begeren begära covet — to wish for with eagerness
begeren hoppas; önska souhaiterformer un souhait.