Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beheerder (Nederlands) in het Zweeds

beheerder:

beheerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de beheerder (boekhouder; administrateur; intendant; referendaris)
    bokhållare; bokförare; revisor
  2. de beheerder (computerbeheerder)
  3. de beheerder (systeembeheerder; sysadmin)

Vertaal Matrix voor beheerder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bokförare administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris boekhouder
bokhållare administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris
revisor administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris accountant; auditor; registeraccountant; revisor; verificateur
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
administratör beheerder; computerbeheerder; sysadmin; systeembeheerder Administrator; Administrator-account; administrator; ingebouwde administrator; ingebouwde administratoraccount
datoradministratör beheerder; computerbeheerder
sysadmin beheerder; sysadmin; systeembeheerder
systemadministratör beheerder; sysadmin; systeembeheerder

Verwante woorden van "beheerder":

  • beheerders

Wiktionary: beheerder


Cross Translation:
FromToVia
beheerder handläggare; administratör administrator — one who administers affairs
beheerder chef; föreståndare; ordförande; verkställande direktör GeschäftsführerWirtschaft: leitender Angestellter einer Personenvereinigung, meist eines Unternehmens
beheerder administratör AdministratorEDV: Verwalter eines Computersystems oder Computernetzes mit besonderen Rechten und Aufgaben
beheerder administratör Administratorallgemein: Verwalter, Betreuer
beheerder administratör; förvaltare administrateur — Personne qui régir les biens, les affaires d’une société, d’un grand établissement, d'un site internet etc.
beheerder administratör; förvaltare; direktör directeur — Personne qui dirige un établissement, un service
beheerder administratör; förvaltare gérant — Celui, celle qui gérer, qui administrer pour le compte d’autrui.
beheerder administratör; förvaltare régisseur — Celui qui régir, qui gérer par commission et à la charge de rendre compte.