Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. beheksend:
  2. beheksen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beheksend (Nederlands) in het Zweeds

beheksend:

beheksend bijvoeglijk naamwoord

  1. beheksend (betoverend)
    magiskt; charmerande; förhäxande; mystisk; mystiskt

Vertaal Matrix voor beheksend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charmerande beheksend; betoverend aardig; bevallig; charmant; lieflijk; prettig
förhäxande beheksend; betoverend
magiskt beheksend; betoverend magisch
mystisk beheksend; betoverend geheimzinnig; mysterieus; onnaspeurbaar; raadselachtig
mystiskt beheksend; betoverend geheimzinnig; mysterieus; onnaspeurbaar; raadselachtig

beheksen:

beheksen werkwoord (beheks, behekst, behekste, beheksten, behekst)

  1. beheksen (betoveren)
    förtrolla
    • förtrolla werkwoord (förtrollar, förtrollade, förtrollat)

Conjugations for beheksen:

o.t.t.
  1. beheks
  2. behekst
  3. behekst
  4. beheksen
  5. beheksen
  6. beheksen
o.v.t.
  1. behekste
  2. behekste
  3. behekste
  4. beheksten
  5. beheksten
  6. beheksten
v.t.t.
  1. heb behekst
  2. hebt behekst
  3. heeft behekst
  4. hebben behekst
  5. hebben behekst
  6. hebben behekst
v.v.t.
  1. had behekst
  2. had behekst
  3. had behekst
  4. hadden behekst
  5. hadden behekst
  6. hadden behekst
o.t.t.t.
  1. zal beheksen
  2. zult beheksen
  3. zal beheksen
  4. zullen beheksen
  5. zullen beheksen
  6. zullen beheksen
o.v.t.t.
  1. zou beheksen
  2. zou beheksen
  3. zou beheksen
  4. zouden beheksen
  5. zouden beheksen
  6. zouden beheksen
diversen
  1. beheks!
  2. behekst!
  3. behekst
  4. beheksend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor beheksen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtrolla beheksen; betoveren inpakken; inpalmen