Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bekroond:
  2. bekronen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekroond (Nederlands) in het Zweeds

bekroond:

bekroond bijvoeglijk naamwoord

  1. bekroond (bekroonde)
    tillerkänd; tillerkänt

Vertaal Matrix voor bekroond:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillerkänd bekroond; bekroonde
tillerkänt bekroond; bekroonde

bekronen:

bekronen werkwoord (bekroon, bekroont, bekroonde, bekroonden, bekroond)

  1. bekronen
    kröna
    • kröna werkwoord (krönar, krönade, krönat)

Conjugations for bekronen:

o.t.t.
  1. bekroon
  2. bekroont
  3. bekroont
  4. bekronen
  5. bekronen
  6. bekronen
o.v.t.
  1. bekroonde
  2. bekroonde
  3. bekroonde
  4. bekroonden
  5. bekroonden
  6. bekroonden
v.t.t.
  1. heb bekroond
  2. hebt bekroond
  3. heeft bekroond
  4. hebben bekroond
  5. hebben bekroond
  6. hebben bekroond
v.v.t.
  1. had bekroond
  2. had bekroond
  3. had bekroond
  4. hadden bekroond
  5. hadden bekroond
  6. hadden bekroond
o.t.t.t.
  1. zal bekronen
  2. zult bekronen
  3. zal bekronen
  4. zullen bekronen
  5. zullen bekronen
  6. zullen bekronen
o.v.t.t.
  1. zou bekronen
  2. zou bekronen
  3. zou bekronen
  4. zouden bekronen
  5. zouden bekronen
  6. zouden bekronen
diversen
  1. bekroon!
  2. bekroont!
  3. bekroond
  4. bekronend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bekronen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kröna bekronen kronen