Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevangen (Nederlands) in het Zweeds

bevangen:

bevangen bijvoeglijk naamwoord

  1. bevangen
    överväldigad; utom sig

bevangen werkwoord (bevang, bevangt, beving, bevingen, bevangen)

  1. bevangen
    överväldigad av
    • överväldigad av werkwoord (överväldigar av, överväldigade av, överväldigat av)

Conjugations for bevangen:

o.t.t.
  1. bevang
  2. bevangt
  3. bevangt
  4. bevangen
  5. bevangen
  6. bevangen
o.v.t.
  1. beving
  2. beving
  3. beving
  4. bevingen
  5. bevingen
  6. bevingen
v.t.t.
  1. heb bevangen
  2. hebt bevangen
  3. heeft bevangen
  4. hebben bevangen
  5. hebben bevangen
  6. hebben bevangen
v.v.t.
  1. had bevangen
  2. had bevangen
  3. had bevangen
  4. hadden bevangen
  5. hadden bevangen
  6. hadden bevangen
o.t.t.t.
  1. zal bevangen
  2. zult bevangen
  3. zal bevangen
  4. zullen bevangen
  5. zullen bevangen
  6. zullen bevangen
o.v.t.t.
  1. zou bevangen
  2. zou bevangen
  3. zou bevangen
  4. zouden bevangen
  5. zouden bevangen
  6. zouden bevangen
diversen
  1. bevang!
  2. bevangt!
  3. bevangen
  4. bevangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bevangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
överväldigad overstelpen; overweldigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
överväldigad av bevangen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utom sig bevangen panisch
överväldigad bevangen

Verwante woorden van "bevangen":

  • bevangenheid

Wiktionary: bevangen


Cross Translation:
FromToVia
bevangen slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka abattre — Traductions à trier suivant le sens
bevangen besegra; överstiga; överträffa surmontermonter au-dessus.

Verwante vertalingen van bevangen