Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bezet (Nederlands) in het Zweeds
bezet:
-
bezet (drukbezet; druk)
mycket upptaget med; upptaget; upptagen-
mycket upptaget med bijvoeglijk naamwoord
-
upptaget bijvoeglijk naamwoord
-
upptagen bijvoeglijk naamwoord
-
-
bezet
-
bezet
upptagen, upptaget-
upptagen, upptaget bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bezet:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
upptagen | bezet; druk; drukbezet | aangenomen; doende; geadopteerd; gebonden; niet vrij; onledig; opgeraapt |
upptagen, upptaget | bezet | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mycket upptaget med | bezet; druk; drukbezet | |
upptaget | bezet; druk; drukbezet | aangenomen; doende; geadopteerd; gebonden; niet vrij; onledig; opgeraapt |
Verwante definities voor "bezet":
bezet vorm van bezetten:
-
bezetten (ontoegankelijk maken)
Conjugations for bezetten:
o.t.t.
- bezet
- bezet
- bezet
- bezetten
- bezetten
- bezetten
o.v.t.
- bezette
- bezette
- bezette
- bezetten
- bezetten
- bezetten
v.t.t.
- heb bezet
- hebt bezet
- heeft bezet
- hebben bezet
- hebben bezet
- hebben bezet
v.v.t.
- had bezet
- had bezet
- had bezet
- hadden bezet
- hadden bezet
- hadden bezet
o.t.t.t.
- zal bezetten
- zult bezetten
- zal bezetten
- zullen bezetten
- zullen bezetten
- zullen bezetten
o.v.t.t.
- zou bezetten
- zou bezetten
- zou bezetten
- zouden bezetten
- zouden bezetten
- zouden bezetten
diversen
- bezet!
- bezet!
- bezet
- bezettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bezetten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
göra oåtkombar | bezetten; ontoegankelijk maken | |
- | innemen |