Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bijgieten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijgieten (Nederlands) in het Zweeds

bijgieten:

bijgieten werkwoord (giet bij, goot bij, goten bij, bijgegoten)

  1. bijgieten (serveren; inschenken; tappen; intappen; schenken)
    hälla på mera
    • hälla på mera werkwoord (häller på mera, hällde på mera, hällt på mera)

Conjugations for bijgieten:

o.t.t.
  1. giet bij
  2. giet bij
  3. giet bij
  4. gieten bij
  5. gieten bij
  6. gieten bij
o.v.t.
  1. goot bij
  2. goot bij
  3. goot bij
  4. goten bij
  5. goten bij
  6. goten bij
v.t.t.
  1. heb bijgegoten
  2. hebt bijgegoten
  3. heeft bijgegoten
  4. hebben bijgegoten
  5. hebben bijgegoten
  6. hebben bijgegoten
v.v.t.
  1. had bijgegoten
  2. had bijgegoten
  3. had bijgegoten
  4. hadden bijgegoten
  5. hadden bijgegoten
  6. hadden bijgegoten
o.t.t.t.
  1. zal bijgieten
  2. zult bijgieten
  3. zal bijgieten
  4. zullen bijgieten
  5. zullen bijgieten
  6. zullen bijgieten
o.v.t.t.
  1. zou bijgieten
  2. zou bijgieten
  3. zou bijgieten
  4. zouden bijgieten
  5. zouden bijgieten
  6. zouden bijgieten
diversen
  1. giet bij!
  2. giet bij!
  3. bijgegoten
  4. bijgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bijgieten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hälla på mera bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen