Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bleu:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bleu (Nederlands) in het Zweeds

bleu:

bleu bijvoeglijk naamwoord

  1. bleu (timide; verlegen; schuchter; )
    tillbakadragen; blygt

Vertaal Matrix voor bleu:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blygt bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen beschaamd; eenkennig; eenzelvig; introvert; kopschuw; mensenschuw; schuw; teruggetrokken
tillbakadragen bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen alleenlevend; gepensioneerd; gewezen; kopschuw; rustend; schuw; solitair

Verwante woorden van "bleu":


Computer vertaling door derden: