Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boxen:
  2. box:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boxen (Nederlands) in het Zweeds

boxen:

boxen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de boxen (luidsprekers)
    högtalare

Vertaal Matrix voor boxen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
högtalare boxen; luidsprekers luidspreker; sprekers

Verwante woorden van "boxen":


boxen vorm van box:

box [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de box (opbergruimte)
    kartong; låda; förvaringslåda
  2. de box (babybox)
    hage
    • hage [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor box:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvaringslåda box; opbergruimte
hage babybox; box wei
kartong box; opbergruimte bordpapier; karton; kartonnen doos
låda box; opbergruimte blik; blikje; bus; doos; kist; kluisje; krat; la; laatje; lade; opbergblik; opbergdoos; schuifla; schuiflade; trommel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
låda kist

Verwante woorden van "box":


Wiktionary: box


Cross Translation:
FromToVia
box högtalare speaker — loudspeaker